KleurNET

Lokale Televisie

door sociale en culturele minderheden

Sanne Couprie

Sociologie

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam

Inhoud

KleurNET. Lokale televisie door sociale en culturele minderheden                                                                                                    

3 Inleiding

3 Theoretische benadering, vraagstelling en aanpak

3 Participatie in KleurNET

5 Participatie naar vermogen en vertrouwen

5 Participatie in productie, in programmering en in beleid

6 Gestuurde toegang

8 Stijl, programma’s en programmamakers

9 De KleurNETstijl

9 Programma’s en programmamakers

10 KleurNET in theorie en praktijk

13 Slot

14 Literatuur 

                                                                                                                                                          

KleurNET

Lokale televisie door sociale en culturele minderheden

Inleiding

Theoretische benadering, vraagstelling en aanpak

            Het theoretisch kader waar ik bij deze beschouwing van uit zal gaan, bestaat uit de idee dat het democratisch principe van de Nederlandse samenleving en de samenleving in Amsterdam vooral bestaat uit inspraak voor burgers. De letterlijke betekenis van democratie, ‘regering door het volk’, is moeilijk terug te vinden in het dagelijks bestuur van ons land. In plaats daarvan kiezen Nederlandse burgers vertegenwoordigers die zich op politiek niveau dienen in te zetten voor de belangen en wensen van hun kiezers (de ‘vertegenwoordigende democratie’ of het ‘meerderheidsprincipe’ (Jankowski 1988: 10). Inspraak en daarmee weerbaarheid voor burgers op bestuursniveau is daarmee niet zonder meer gegeven. Er zijn groepen burgers die worden gehoord, maar ook groepen wiens stem niet (duidelijk) naar voren komt. Bij deze laatste groep denk ik vooral aan sociale en culturele minderheden, bijvoorbeeld mensen met een niet-Nederlandse afkomst, ouderen, daklozen en mensen met een ‘alternatieve’ wereldbeschouwing.

            Uit het idee dat niet ieders (groeps-)stem wordt gehoord en een plaats in de Nederlandse en ook Amsterdamse democratie krijgt, vloeit voort dat die democratie verbreed of meer democratisch gemaakt zou kunnen worden wanneer de niet gehoorde groepen in de samenleving daarin wél een stem krijgen én gehoord worden. Willen burgers echter een stem krijgen, dan moeten zij tenminste op de hoogte zijn van wat er zich om hen heen afspeelt, zij moeten dan weten wat er gebeurd in de samenleving (hun straat, wijk, buurt, stad, regio, land) zodat zij daar een mening over kunnen vormen. Zij moeten met andere woorden "geïnformeerd" zijn. Daarvoor is informatie-uitwisseling en communicatie tussen burgers en groepen burgers nodig.

            De media vervullen met betrekking tot deze informatie- en communicatievoorziening een belangrijke rol: zij zijn de kanalen via welke informatie-uitwisseling en communicatie mogelijk wordt op een schaal die uitgebreider is dan de directe kennissen- en vriendenkring. Maar ook een groot deel van de (vooral gevestigde) media - en dan vooral de televisie - laat geen of weinig ruimte voor de diverse wensen van de heterogene en multiculturele Nederlandse bevolking. Lokale en kleinschalige media in Nederland - en dan in het bijzonder de kabeltelevisie - vormen hierop sinds begin jaren zeventig een uitzondering door hun programmering te richten op de lokaliteit en op minderheden (Jankowski 1988: 42). Daarbij was het soms de bedoeling dat diverse groepen burgers hun ideeën op televisie konden brengen.

            De lokale en multiculturele televisiezender KleurNET kan worden geplaatst in het rijtje van kleinschalige lokale media. Het is een ongesubsidieerde lokale zender die, volgens bewoordingen uit de officiële statuten, "een platform moet vormen voor wat burgers bezig houdt". In deze visie dienen burgers de mogelijkheid te krijgen hun ideeën en interesses op televisie te brengen en te participeren in de organisatie. Maar in hoeverre kunnen deze principes worden teruggevonden in de praktijk, in het dagelijks functioneren van KleurNET?

            In zijn studie naar de Lokale Omroep Bijlmermeer uit 1988 geeft Jankowski een algemene beschrijving van media participatie: "involvement of residents in the activities of the station organization" (1988: 15). Jankowski onderscheidt tenslotte drie vormen van participatie die kunnen variëren naar intensiteit en persoon: participatie in produktie (filmen en monteren), participatie in programmering (formulering, planning en ontwikkeling van programma-activiteiten) en participatie in beleid (betrokkenheid bij beslissingen m.b.t. beleid) (idem: 174).

            Voor participatie in een lokaal medium moeten echter wel mogelijkheden worden geboden: al dan niet ongeschreven regels die de toegang tot de organisatie waarborgen of reguleren. Jankowski gebruikt hiervoor het begrip ‘toegang’ of access: het verwijst naar "the regulatory procedures whereby participation by residents can take place ... The regulatory procedures may stem from a legal framework ... but may also consist of rules and codes permitting participation in the activities of the medium" (idem: 15 e.v.). Hij onderscheidt vervolgens drie typen toegang tot een zender: ad hoc toegang (individuen binnen de organisatie beslissen van geval tot geval, zonder formele regels), publieke toegang (wie het eerst komt, het eerst maalt) en ‘toegeschreven’ of beter: ‘gestuurde’ toegang (het voortrekken van of voorrang geven aan bepaalde groepen in de samenleving, om ze een stem te geven) (idem: 174). Deze typologie zou inzichtelijk kunnen maken in hoeverre burgers inspraak hebben en hun ideeën kunnen uiten in zowel de vormgeving en de inhoud van programma’s, als in het beleid van de zender KleurNET.

            Uitgaande van bovenstaande begrippen en typologie zal de vraagstelling voor mijn sociologische beschouwing zijn: 1. op welke manieren wordt geparticipeerd in de lokale en multiculturele omroepzender KleurNET; 2. hoe wordt daartoe toegang verleend; 3. wie en welke groepen maken gebruik van die toegang en; 4. hoe sluit dat aan bij de formele doelstellingen van de zender?

            De materiaalverzameling heeft plaats gevonden door middel van participerende observatie (waarbij ik aantekeningen maakte van opvallende en in potentie interessante zaken), informele vraaggesprekken met de betrokkenen en inhoudsanalyse van programma’s en vooral het programma-aanbod. Om deze ‘praktische werkelijkheid’ te kunnen vergelijken met de formele doelstellingen van KleurNET, de ‘theoretische werkelijkheid’, heb ik ondermeer het officiële redactiestatuut, promotiefilmpjes, persberichten en interviews waarin de uitgangspunten en doelstellingen van KleurNET aan de orde komen, bestudeerd.

Participatie in KleurNET

Participatie naar vermogen en vertrouwen

Interessant van de participatie door burgers in de lokale zender KleurNET, is dat er in de organisatie arbeidsverhoudingen zijn ontstaan die gekarakteriseerd kunnen worden door ‘participeren naar vermogen en naar vertrouwen’ - in vooral de vormgeving en inhoud van programma’s. De geschiedenis van de ongeplande items en programma’s en van de "vaste" programma’s van KleurNET, die elke week op een vast tijdstip op televisie dienen te worden uitgezonden, laat dat zien.

De meeste programmamakers bij KleurNET werken individueel of in kleine groepjes. Een uur of een half uur televisie maken per week - op lokatie of in de studio - is voor sommige programmamakers moeilijker dan voor andere programmamakers. De mensen die elke week een vast programma hebben, moeten ook elke week een nieuw programma klaar hebben (met de eventuele hulp van de vaste medewerkers bij KleurNET). Dat vergt stiptheid en discipline aan de kant van de programmamakers (tijdig inleveren) en vertrouwen in die stiptheid aan de kant van de leidinggevende en de vaste medewerkers van KleurNET. Immers: als er geen nieuw programma is op het vaste wekelijkse tijdstip kan dat niet van te voren aan de kijker bekend worden gemaakt - in de radiobode - en kunnen vaste kijkers teleur worden gesteld.

Vaak krijgen nieuwe programmamakers niet meteen een vast wekelijks programma. Eerst maken mensen die willen participeren middels eigen camera- en interviewwerk (KleurNET verschaft geen cameramensen, wel camera’s en ander materiaal) een aantal items of programma’s, of maken zij, geholpen door de vaste medewerkers van KleurNET, programma’s in de studio (vooral gesprekken en discussies aan tafel). Als blijkt dat op langere termijn regelmatig en voor KleuNET goed werk - naar de conventies van de organisatie (zie ‘De KleurNETstijl’) - wordt geleverd door de betreffende programmamaker(s), is er de mogelijkheid voor hen tot een vast, wekelijks programma.

Naast de vaste programma’s levert een zeer groot aantal lokale, nationale en internationale contacten rondom KleurNET (materiaal voor) programma’s op een minder vaste basis. Deze contacten ontstaan vooral doordat mensen die met KleurNET in aanraking zijn gekomen - via het maken van of het als gast gevraagd zijn in programma’s, via commerciële contacten en ook via expliciete werving tussen de uitgezonden programma’s - door vertellen aan anderen wat mogelijk is binnen KleurNET (KleurNET kan in de meeste gevallen goed beeldmateriaal dat door een ander beschikbaar is gesteld goed voor uitzending gebruiken). Soms zijn er ook mensen die zich spontaan melden met beeldmateriaal. (Voorbeelden hiervan zijn een journalist en boksleraar uit Amsterdam die in maart met een van zijn pupillen voor training van een Cubaanse boksleraar naar Cuba is vertrokken en de videobeelden van die reis aan KleurNET beschikbaar stelde en een in Nederland wonende Engelse dichter die zijn beelden van zijn verblijf in Thailand aan KleurNET gaf.)

Deze contacten leveren een constante stroom van al dan niet bruikbaar beeldmateriaal. Sommige mensen leveren wekelijks programma’s of beeldmateriaal, anderen maandelijks, eens in de paar maanden of sporadisch.

Op deze manier lijkt iedereen die bij KleurNET programma’s maakt of verspreidt - al of niet met regelmaat en met kortere of langere tussenposen - te participeren in de organisatie naar eigen vermogen (en wil natuurlijk) en naar vertrouwen in hen door de vaste medewerkers van KleurNET. (De mensen die regelmatig met programma’s komen, krijgen een vergoeding per programma.) Met betrekking tot het vertrouwen lijkt het belang daarvan af te nemen naarmate de tussenpose van het aanleveren van programma’s langer wordt. Hoe vaker iemand programma’s levert die ook worden uitgezonden, hoe meer daar door de medewerkers bij KleurNET rekening mee wordt gehouden en op wordt geanticipeerd (ruimte openlaten) en hoe meer zij van belang worden voor de organisatie. Belangrijk is dat mensen in de organisatie kunnen participeren op zowel regelmatige als minder regelmatige of incidentele basis.

Participatie in produktie, in programmering en in beleid

Participatie door burgers in de organisatie KleurNET is vooral mogelijk op het gebied van produktie (filmen en monteren) en op het gebied van programmering (formulering, planning en ontwikkeling van programma-activiteiten). Eenvoudige digitale camera’s en bijbehorende apparatuur kunnen kosteloos worden geleend van KleurNET. Het videomateriaal kan door de mensen zelf, eventueel met assistentie, worden bewerkt en gemonteerd in een van de vier montageruimtes en er kan voor studio gesprekken gebruik worden gemaakt van de studio van KleurNET (met belichting, eenvoudig decor, vier camera’s en een mengtafel).

De vraag is dan hoe van deze faciliteiten gebruik wordt gemaakt. Van de eenendertig vaste, wekelijkse programma’s van KleurNET, werden er negentien geheel door de programmamakers zelf gerealiseerd - waarvan negen met gebruikmaking van de faciliteiten die KleurNET biedt en tien in eigen studio’s. Bij tien programma’s werd gebruik gemaakt van de studio van KleurNET. Bij de overige twee programma’s werd alleen het camerawerk door de mensen zelf gedaan. De participatie in de produktie van de vaste programma’s die KleurNET uit zendt, mag hiermee groot worden genoemd. Het gegeven dat een derde van de programma’s geheel zelf en in de eigen studio’s van programmamakers tot stand is gekomen is positief, vooral gezien KleurNET haar programmamakers wil laten doorgroeien en zelfstandige produktiebedrijfjes wil laten vormen.

De participatie in programmering is nog groter en kan bijna volledig worden genoemd. De programmamakers mogen zelf beslissen wat zij vertonen en hoe zij dat doen, mits het qua beeld en inhoud wel binnen de kaders van uitzending past (geen discriminatie en niet mensen, zonder dat zij daar invloed op kunnen hebben, belachelijk maken). Dit is belangrijk, om dat juist dit mensen de mogelijkheid geeft hun ideeën en interesses op televisie te brengen. Het is naar mijn weten slechts zeer zelden gebeurd dat een (deel van een) programma vanwege de inhoud niet is uitgezonden. Er is eens wat uit een programma geknipt omdat het door de kijkers discriminerend ten opzichte van homo’s zou kunnen worden opgevat (: geen discriminatie) en zelf heb ik wel eens wat delen uit een speech geknipt, omdat de spreker zijn tranen té geëmotioneerd liet gaan (: niet mensen belachelijk maken).

Doordat KleurNET mensen de mogelijkheid wil bieden hun ideeën te etaleren, hoeft de zender niet de meningen te delen die in de programma’s worden verkondigd. Wanneer een mening niet discriminerend is maar toch ophef kan veroorzaken, wordt dat soms expliciet in beeld gebracht in de trant van "KleurNET staat niet achter hetgeen in dit programma wordt beweerd". Dit is gebeurd in een programma waarin iemand stelde dat er in de Tweede Wereldoorlog, afleidend uit gassporen in de muren van concentratiekampen, lang niet zoveel Joden zijn omgekomen als beweerd wordt. Ondanks dat KleurNET afstand had genomen van wat er in het programma gezegd was, stond de telefoon roodgloeiend met boze commentaren hierop. Programmamakers hebben dus een bijna volledige vrijheid de formulering, planning en ontwikkeling van programma’s vorm te geven.

Op het algemene beleid van KleurNET, ‘wat wil KleurNET bereiken en hoe moet dat gedaan worden’ hebben programmamakers en ook medewerkers van KleurNET weinig invloed. De vormgeving van het beleid bij KleurNET wordt vooral bepaald door de leidinggevende, zodat er weinig plaats is voor anderen om hierin te participeren. KleurNET is een omroepstichting en kende een ledenvergadering waarin over het beleid van de zender werd gesproken. Deze vergaderingen vinden echter niet meer (op regelmatige) basis plaats en een in de beginperiode van de zender geopperde adviesraad, die maatschappelijke organisaties en aanbieders van programma’s zeggenschap had moeten geven over de "redactionele formule", is nooit tot stand gekomen.

De vraag is dan of dit bij de betrokkenen en vooral bij de programmamakers het gevoel van betrokkenheid bij de zender ondermijnt, zeker als hun ideeën en aanbevelingen met betrekking tot de toekomst van de zender, in de wind worden geslagen. Zij kunnen hun programma’s wel de door hen gewilde vorm en inhoud geven, maar hebben weinig invloed op het algemeen kader waarbinnen deze worden uitgezonden. Een groot deel van de (vaste) programmamakers lijkt zich vooral betrokken te voelen bij sec hun eigen programma en niet in de zender als overkoepelende organisatie. Dat blijkt uit de manier waarop over KleurNET en de leidinggevende wordt gesproken: "...als ik iets zeg wordt daar toch niet [door leidinggevende] naar geluisterd..."; "ik heb het al zo vaak voorgesteld....maar"; "is dat niet je eigen programma? Oh, dan hoef je het toch niet zo precies te doen".

Onder sommige programmamakers bestaat wel behoefte aan deze inspraak. Er wordt door hen, als reactie op het bovenstaande, soms geprobeerd meer invloed op de algemene programmering en het beleid te krijgen. Dit gebeurde ook tijdens mijn stageperiode. Een van de programmamakers van KleurNET vond dat niet naar zijn ideeën werd geluisterd en nam actie. Hij belde programmamakers op om ze bij hem thuis bijeen te roepen voor een vergadering. De leidinggevende, bang dat de programmamaker op die vergadering andere programmamakers ertoe zou aan zetten bij de zender op te stappen om een "eigen zender" (aldus de programmamaker) op te zetten, heeft dit kunnen voorkomen door het met de programmamaker bij te praten. Hij maakt nu weer leuke programma’s bij KleurNET. (Een soortgelijke aanzet tot kleinschalige revolutie is al eens eerder bij de zender voorgekomen.) Of dit soort situaties nog vaak zullen voorkomen bij KleurNET hangt vooral af van de manier waarop in de toekomst ruimte wordt gegeven aan de betrokkenheid van vooral programmamakers op beslissingen m.b.t. het beleid van de zender.

Gestuurde toegang

Voordat iemand kan participeren in een organisatie, moet eerst toegang daartoe verkregen worden; men moet de organisatie binnen komen. Zoals gezegd maakt Jankowski (1988) het onderscheid tussen drie typen toegang tot een (televisie)zender: ad hoc toegang (individuen binnen de organisatie beslissen van geval tot geval, zonder formele regels), publieke toegang (wie het eerst komt, het eerst maalt) en gestuurde toegang (het voortrekken van of voorrang geven aan bepaalde groepen in de samenleving, om ze een stem te geven).

Wanneer iemand geïnteresseerd is om programma’s bij KleurNET te gaan maken, wordt deze uitgenodigd om eens ‘een praatje’ te komen maken op de studio. Er zijn geen vaste criteria op schrift zijn gesteld voor het aannemen van programmamakers, maar er worden wel richtlijnen gehanteerd voor wie er bij KleurNET programma’s zouden moeten maken. Daarbij wordt voorrang gegeven aan bepaalde (groepen) mensen. Culturele minderheden (waarbij cultuur in ruime zin moet worden gezien: dus naast bijvoorbeeld Surinamers en Marokkanen ook alternatieve kunstenaars, en new age), mensen die sociaal of financieel niet sterk in hun schoenen staan (bijvoorbeeld zwervers, mensen met een uitkering), ouderen en mensen die door de samenleving worden geëtiketteerd als ‘gek’, of ‘ontspoord’, worden voorgetrokken bij de toegang tot programma-activiteiten en het krijgen van zendtijd. Dit blijkt uit de achtergrond van de programmamakers en van de mensen die worden aangenomen.

De leidinggevende bepaalt uiteindelijk wie er worden toegelaten binnen de organisatie; wie er programma’s voor KleurNET mogen gaan maken. Zijn idee achter dit voortrekken van bepaalde (groepen) mensen, is dat zij sterker in hun schoenen komen te staan en zich kunnen emanciperen door het maken van programma’s en het opzetten van eigen studio’s en produktiebedrijven. Het doel is dat men zelfstandig in de samenleving komt te staan en middels eigen produktiemiddelen kan bestaan. Op dit moment beheren drie (vaste) programmamakers hun eigen studio en wordt er met hulp van KleurNET een studio opgezet door RAZO (Radio A’dam Zuidoost). De toegang tot KleurNET zou met het bovenstaande gezien kunnen worden als vooral ‘gestuurde toegang’, waarbij aan bepaalde (groepen) mensen voorrang wordt verleend.

Stijl, programma’s en programmamakers

De KleurNETstijl

In de omschrijving van de stage-instelling stelde ik dat een kleinschalige organisatie als KleurNET, met vijf mensen in vaste dienst en daarnaast een groot aantal vaste en ‘freelance’ programmamakers, relatief snel en goedkoop moet produceren om dagelijks nieuwe programma’s te maken en uit te zenden. De noodzaak tot relatief snel en goedkoop programma’s maken, brengt ook een bepaalde soort van televisie voort, een bepaalde format. De programma’s van KleurNET zijn hierdoor qua vorm en inhoud wezenlijk verschillend van de programma’s van de publieke, commerciële en gesubsidieerde zenders en omroepen.

KleurNET maakt long format programma’s. Dat wil zeggen dat niet te veel in interviews voor programma’s wordt geknipt, dat - over het algemeen - geïnterviewden de kans krijgen uit te praten zonder daarbij voortdurend door de interviewer in de rede te worden gevallen en dat gebeurtenissen vaak in hun geheel worden getoond en niet worden ingekort tot een paar fragmenten - zoals in de nieuwsjournalistiek vaak het geval is (toespraken, interviews, discussies, debatten en opvoeringen worden liefst in hun geheel uitgezonden, zonder daarin te knippen en het in te korten tot enkele minuten, of seconden.). Afgezien van de vraag van het publiek naar zo een stijl of format zijn er wel een aantal dingen over te zeggen.

De Franse socioloog Bourdieu stelt in zijn "Over Televisie"(1998) dat de vorm en stijl van nieuwsjournalistiek niet wordt gevormd door de vraag van het publiek, maar door de niet te voorziene en ongeplande uitkomst van concurrentie tussen de nieuwszenders om het "nieuwste van het nieuws" (de scoop). Het nieuws van de ene zender wordt - met kleine verschillen in accent - overgenomen door de andere zender (om niet achter te blijven) en dat wordt weer overgenomen - met kleine verschillen in accent - door de weer andere zender (om ook niet achter te blijven). Uiteindelijk ziet Bourdieu één grote brei ontstaan van hetzelfde nieuws - met kleine verschillen in accent. Hij is daar bedroefd over: de journalisten bepalen zo (ook al onbewust: zij kunnen er ook niets aan doen.....gedwongen door de macht van de concurrentie om de kijkcijfers) wat nieuws is en wat niet en leggen zo hun beeld van de samenleving op.

KleurNET biedt ander nieuws dan dat van de grote omroepzenders. Dat is deels bewust (de leidinggevende geloofd heilig in de stijl van long format), maar deels - uitgaande van Bourdieus visie - misschien ook onbewust: noodzakelijk door de positie van KleurNET binnen het (nieuws)journalistieke veld. KleurNET kan met haar beperkte bezetting en relatief beperkte financiële middelen niet concurreren met de grotere omroepzenders als bijvoorbeeld AT5, afgezien van of dat gewenst is of niet. KleurNET heeft niet de verslaggevers om het nieuws zoals deze zenders dat brengen, te verslaan en moet dus kiezen voor ander nieuws. KleurNET zit, in Bourdieus woorden, niet gevangen in de concurrentie om de kijkcijfers en hoeft daar dan ook niet voor te strijden. Zo worden andere (vaak long format) verhalen mogelijk: bijvoorbeeld waarom de huismus uit Amsterdam aan het verdwijnen is. Of het publiek daarin geïnteresseerd is, is een andere vraag. Maar zolang het verdwijnen van de mus uit Amsterdam bij het publiek nog niet bekend is, mag het ‘nieuws’ worden genoemd (en afgaande op de reacties op de uitzending werd het door menigeen ook zo ervaren).

Programma’s en programmamakers

Om erachter te komen welke mensen gebruik maken van de mogelijkheden die KleurNET als lokale televisiezender biedt, is het zinnig om naar het aanbod van vaste, wekelijkse programma’s en hun makers te kijken. De meeste programma’s duren een half uur of een uur. Per dag is er drie uur nieuwe televisie (16-19u) die meerdere malen in carrousel herhaald wordt (19-11u).

Op maandag zendt KleurNET de volgende vaste programma’s uit: "AZART-TV": alternatieve kunst en theater vanaf het schip AZART, gemaakt door de kunstenaars zelf; "Latin Life": Spaanse/Latino cultuur door een vrouw van Spaanse afkomst; "Vrouwen Stemmen": programma voor vrouwen door een vrouw; "RAZO", Radio A’dam Zuidoost: gericht op Amsterdam Zuidoost en gemaakt door mensen van vooral Surinaamse afkomst. Dinsdag is er: "Goed Grijs": programma voor ouderen door een oudere; "Engelenbak": over theater en actuele voorstellingen, door mensen van theater de Engelenbak; "Vrijwilligers": programma over vele aspecten van vrijwilligerswerk; "Suriname"/ RAZO. Op woensdag komt aan bod: "Color Kind": programma voor en vaak ook door kinderen; "Birds Dream": actuele zaken die Marokkaanse Amsterdammers aangaan door een man van Marokkaanse afkomst; "Pacho Showbuiz": Surinaamse en Antilliaanse festiviteiten door mensen met Surinaamse achtergrond; "Kanal2": televisie voor Turkse Nederlanders door man van Turkse afkomst. Op donderdag: "Computer Info": leidinggevende over computers en verwante zaken; "Amazone Post": achtergrondinformatie voor Surinamers in Nederland door een Surinamer; "Les in Toveren": leidinggevende over manipulatie en misstanden in de samenleving; "Daar is Niks Mis Mee": een Amsterdammer stelt allerlei zaken - van UFO’s tot bijgeloof - aan de kaak. Op vrijdag is er: "Adebiat": literatuur gezien door de ogen van een schrijver/dichter van Iraanse afkomst; "Direct in Zaken": een programma voor (startende) ondernemers door een taxichauffeur; "Lokale Politiek" door de leidinggevende; "Portretten": portretten van mensen; "FM": Turkse televisie door Turkse mensen; "Lieverdjes": gevarieerde onderwerpen gepresenteerd en gemaakt door studenten. In het weekeinde zendt KleurNET op zaterdag uit: "Spotlight": op problemen van de samenleving gericht, vooral in achtergestelde landen; "Azië": programma’s over Azië; "Cinema KleurNET": discussieprogramma over minder bekende films; "Harry Wetterhahn": ‘nieuws van de straat’. Ten slotte is er op Zondag: "Suriname Actueel": actuele informatie voor Surinamers; "Spirit2000": over spiritualiteit en bewustzijn; "Belliot": vrouw van Surinaamse afkomst bericht over allerlei zaken; "Agora": interviewprogramma over politiek en cultuur; "Aspect Arts": programma’s over kunst.

Daarnaast worden de ‘open plekken’ tussen deze vaste programma’s opgevuld met items en programma’s afkomstig uit het netwerk van mensen die op minder regelmatige basis hun werk beschikbaar stellen. Hierbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld dichters, reizigers, Surinamers, filosofen, zigeuners, schrijvers, technici, boksleraren, daklozen, Marokkanen, Indiërs, Hindoestanen, studenten, Nepalezen, Oost Europeanen, computerdeskundigen, astrologen, ondernemers, zelfbenoemde magiërs en goeroes, Spanjaarden, kunstenaars en kunstinstellingen en andere (lokale) omroepen.

Uit deze programmering en opsomming blijkt dat een zeer diverse groep mensen gebruik maakt van de toegang tot KleurNET. Echter niet alle Nederlandse bevolkingsgroepen zijn vertegenwoordigd in de zender: (vaste) programmamakers van bijvoorbeeld Chinese, Indische en Afrikaanse afkomst zijn er op dit moment niet bij KleurNET (dit is in het verleden wel met een aantal geprobeerd, maar mislukt).

Sommige groepen lijken juist sterk aanwezig. Qua etnisch-culturele achtergrond zijn het vooral Surinamers en Antillianen die meerdere programma’s hebben bij KleurNET: RAZO, Suriname Actueel, Amazone Post, Belliot, Pacho Showbuiz (en tot voor kort de "Monique Show"). Deze programma’s blijken ook goed door mensen van Surinaamse afkomst bekeken, als van de reacties die bij KleurNET binnenkomen wordt uitgegaan (helaas zijn er geen kijkcijfers om dit te staven). Blijkbaar bestaat er onder deze groep behoefte aan programma’s over zowel de overzeese Surinaamse cultuur als de Nederlands-Surinaamse cultuur waar in deze programma’s over wordt bericht. De reden dat zij de weg naar KleurNET hebben gevonden en dat hun programma’s veel door de ‘eigen’ groep worden bekeken, kan voortkomen uit het hechte sociale netwerk dat deze mensen hebben opgebouwd, vooral in Amsterdam Zuidoost. De mensen stellen elkaar op de hoogte van de programma’s bij KleurNET en hoe daar eventueel in geparticipeerd kan worden. Dat dit netwerk en de behoefte aan uitwisseling van informatie dertig jaar geleden ook al aanwezig was in Amsterdam Zuidoost, laat Jankowski zien in zijn studie naar de Lokale Omroep Bijlmermeer (1988).

Andere programmamakers van niet-Nederlandse afkomst kunnen worden teruggevonden in Latin Life (Spaans/Latino), Birds Dream (Marokkaans), Kanal2 en FM (Turks), Adebiat (Iran) en Aspect Arts (Engels). Soms zijn hun programma’s (of delen daarvan) in eigen taal, zodat nieuwkomers die de Nederlandse taal niet vaardig zijn ook kunnen kijken én luisteren.

Ouderen komen aan bod in Goed Grijs, jongeren in Lieverdjes en kinderen in Color Kind. Specifiek voor vrouwen is er Vrouwenstemmen. Kunst, literatuur, film en theater zijn te vinden in Azart, Engelenbak, Adebiat, Aspect Arts en Cinema KleurNET. Voor vrijwilligers of mensen die dat willen worden is er Vrijwilligers. Over samenleving en politiek wordt gesproken in Latin Life, Goed Grijs, RAZO, Birds Dream, Kanal2, Amazone post, Les in Toveren, Daar is Niks Mis Mee, Lokale Politiek, Spotlight, Wetterhahn, Spirit2000, Belliot en Agora. De economie komt aan bod bij Direct in Zaken, computer info en Les in Toveren.

Hiermee komen bij KleurNET een groot aantal onderwerpen en aspecten van het (multiculturele) samenleven aan bod. Maar uitputtend is dit aanbod niet.

Toegang tot de zender is voor vele groepen (vooral minderheden) mogelijk, maar deze toegang is ook door velen nog niet met succes gezocht en gebruikt. Onbekendheid met de zender kan daarvan een oorzaak zijn. Maar ook moet men zich afvragen of er onder de groepen die in KleurNET zijn ondervertegenwoordigd - bijvoorbeeld Afrikaanse, Indische en Chinese - wel behoefte bestaat aan het maken van programma’s (voor de eigen groep). Misschien beschikken deze mensen over voldoende alternatieve manieren om aan informatie (over de eigen groep) te komen en biedt de schotelantenne genoeg op cultuur toegespitst vermaak op televisie. Dat zou onderzocht kunnen worden. Er kan geconcludeerd worden dat mensen uit verschillende (sub)culturen gebruikt hebben weten te maken van de toegang tot KleurNET en een vast programma maken, maar dat er ook nog veel mensen met een andere achtergrond zijn die de toegang tot de zender niet gebruiken - KleurNET is (nog) geen "spiegel van de samenleving".

KleurNET in theorie en praktijk

            Hoe sluiten deze empirische bevindingen nu aan bij de formele doelstellingen van KleurNET? In andere woorden: hoe stemt de praktische werkelijkheid overeen met de theoretische werkelijkheid van de zender. Uit het officiële redactiestatuut, promotiefilmpjes en persberichten van KleurNET zijn een aantal hoofdzaken en doelstellingen te abstraheren.

            "KleurNET moet nieuwe mogelijkheden geven voor doelgroep-tv, door programma’s uit te zenden waar normaal geen plaats voor zou zijn." Deze doelstelling kan duidelijk worden terug gevonden in de praktijk van de zender. Veel programma’s die worden uitgezonden zijn bedoeld voor een bepaalde groep in de samenleving (zoals ik liet zien in de opsomming van programma’s). Bij de programma’s waarin (soms) in eigen taal wordt gesproken komt dat het duidelijkst naar voren, maar ook bijvoorbeeld de programma’s specifiek voor ouderen of vrouwen laten dat zien. Inhoud van hetgeen wordt uitgezonden wordt belangrijker geacht dan de vorm van het programma en de kijkcijfers ("KleurNET streeft bewust niet naar topkwaliteit, omdat daarmee de participatie van juist de zwakkeren in de samenleving op voorhand beperkt wordt). Hierdoor kunnen programma’s die bij de grotere zenders niet zouden worden uitgezonden een plaats krijgen binnen KleurNET.

            "KleurNET probeert vooral de kleurrijke aspecten van minderheden in beeld te brengen. Niet alleen van mensen met een andere huidkleur, maar ook jongeren, daklozen, ouderen, kunstenaars. Daarbij wil KleurNET niet over hen rapporteren, maar juist die groepen zelf hun programma’s laten maken". Hierin komt duidelijk de gestuurde toegang en participatie in produktie en programmering naar voren: niet iedereen, maar bepaalde groepen mensen moeten in staat worden gesteld zelf programma’s naar eigen idee te maken. Zoals ik in het hoofdstuk over toegang tot en participatie in KleurNET schreef, zijn het inderdaad vooral (sociale en culturele) minderheden die toegang tot KleurNET krijgen en worden negentien van de eenendertig vaste wekelijkse programma’s geheel door de mensen zelf gemaakt en de overige twaalf deels zelf. Deze doelstelling stemt dus met de praktijk overeen.

            Het idee dat een groep van betrokkenen gezamenlijk inspraak zou krijgen op het beleid van de zender "middels een adviesraad waarin maatschappelijke organisaties en de aanbieders zeggenschap krijgen over de redactionele formule" is nooit werkelijkheid geworden. Werd er eerst regelmatig vergaderd door het bestuur van de stichting, nu lijkt het beleid vooral in handen van de leidinggevende en niet van de andere betrokkenen te liggen. Gezien onder sommige programmamakers wel de behoefte bestaat aan inspraak in het beleid van de zender, is het realistisch de oprichting van een adviesraad alsnog in overweging te nemen.

            KleurNET wil het voor mensen uit de zwakkere groepen in de samenleving mogelijk maken sterker op eigen benen te staan: "De paraplu-functie van KleurNET kan dergelijke initiatieven [differentiatie naar doelgroepen] juist helpen...". Dit emancipatie idee, dat ook ten grondslag ligt aan de gestuurde toegang tot de zender, moet zich vertalen in programmamakers die steeds meer onafhankelijk van KleurNET, in eigen studio en produktiebedrijf, gaan opereren. Daarbij zouden zij ook onafhankelijker van andere inkomsten dan uitkeringen kunnen worden (bijvoorbeeld via de Wet op Inkomensregeling voor Kunstenaars: WIK). Zoals besproken in het stuk over participatie in KleurNET wordt een derde van de vaste programma’s in eigen (en dus niet in de KleurNET) studio gemaakt en zijn alle programmamakers sterk betrokken bij de programmering van hun programma (de vrijheid van inhoudelijke vormgeving maakt KleurNET tot een ‘platform voor wat burgers bezig houdt’). Deze betrokkenheid zou voor programmamakers het begin kunnen zijn van een proces van emancipatie. Bij sommigen heeft dit al kunnen resulteren in het opzetten van een eigen televisie studio. Bij anderen geeft het een financiële basis (doordat zij een vergoeding krijgen). Programmamakers kunnen bij KleurNET in ieder geval kosteloos een hoop ervaring opdoen waar zij in hun eventuele verdere loopbaan als (zelfstandig) televisiemaker veel aan kunnen hebben. KleurNET probeert de middelen te verschaffen, maar uiteindelijk zullen de programmamakers het zelf moeten doen.

Slot

            Of dit alles kan leiden tot een verbreding van de democratie (in Amsterdam) blijft de vraag. In de inleiding van deze beschouwing stelde ik dat de democratie verbreed of meer democratisch gemaakt zou kunnen worden wanneer de niet gehoorde groepen in de samenleving daarin een stem krijgen én gehoord worden. Verder maakte ik duidelijk dat als burgers een stem willen krijgen, zij ten minste op de hoogte moeten zijn van wat er zich om hen heen afspeelt, zij moeten dan weten wat er gebeurd in de samenleving (hun straat, wijk, buurt, stad, regio, land) zodat zij daar een mening over kunnen vormen. Zij moeten met andere woorden "geïnformeerd" zijn.

            Dat KleurNET voor een groot deel in de regionale en lokale informatievoorziening voorziet, is met de drie uur nieuwe programma’s per dag die het uitzendt niet te ontkennen. Het blijft echter onduidelijk of deze programma’s op grote schaal informeren: of zij een aanzienlijk aantal mensen in de regio daadwerkelijk weten te bereiken. Uit reacties op programma’s en reacties op oproepen in programma’s is bekend dat er naar programma’s van KleurNET wordt gekeken, maar de schaal waarop dat gebeurd blijft zonder onderzoek naar kijkcijfers onduidelijk (wat voor KleurNET geen doorn in het oog is: kijkcijfers zijn bewust van ondergeschikt belang). Daardoor is moeilijk te bepalen hoe groot de informerende en, in het verlengde daarvan, democratiserende werking van de zender is.

           

            Wel kan met zekerheid worden gezegd dat KleurNET haar programmamakers een stem geeft en hen de mogelijkheid biedt hun stem te verheffen én beluisterd te worden, en public, als zij op voor hun belangrijke feiten willen wijzen, of als zij het niet eens zijn met gebeurtenissen of beslissingen die hun of andermans straat, wijk, buurt, stad, regio, land, etniciteit of cultuur aangaan. En gezien die mogelijkheden vooral worden gegeven aan sociale en culturele minderheden, zouden de uitzendingen van KleurNET kunnen leiden tot (een) meer (pluriforme) inspraak voor burgers in de lokale democratie in Amsterdam en omgeving.

            *                                                                     *                                                                     *                                                                               *                                                                                              *                                                                                            *                                                                                            *                                                                               

 

 

 

 

 

           

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Literatuur

Bourdieu, Pierre

1998                           Over televisie. Gevolgd door In de greep van de journalistiek. Amsterdam: Boom.

Dowmunt, Tony (red.)

1993                           Channels of Resistance. Global Television and Local Empowerment. Londen:

Channel Four Television.

Fiske, John

1994                           Television Culture. Londen/New York: Routledge.

Jankowski, Nicholas W.

1988                           Community Television in Amsterdam. Access to, participation in and use of the

‘Lokale Omroep Bijlmermeer’. Beuningen: DORAG.

Jankowski, Nicholas W. , Ole Prehn, James Stappers

1992                           The People’s Voice. Local Radio and Television in Europe. Londen: John Libbey.

Ragin, Charles C.

1994                           Constructing Social Research. The Unity and Diversity of Method. Thousand

Oaks: Pine Forge Press.

 

 

Sanne Couprie is student sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij kwam tot deze beschouwing van KleurNET middels zijn stage bij deze zender.

Voor correspondentie of reacties op deze beschouwing: e-mail: scouprie@hotmail.com